Beleefd de mond snoeren

Oef.. dat klinkt nog al heftig als ik deze kop lees. Het is alleen wel echt een vraag die ik heel erg regelmatig van mijn deelnemers krijg. Hoe snoer ik nou beleefd een mond van een deelnemer?
Je kent deze deelnemers vast. Vaak zijn ze zo vol van hun eigen verhaal dat ze dat heel erg graag willen delen. En, eerlijk is eerlijk, een keertje is niet zo erg, maar als het meerdere keren gebeurt tijdens de training en het heeft ook nog eens geen betrekking op het onderwerp dan mag je daar als trainer toch echt wel wat mee!
Eerst even dit. Wat denk jij? Sta jij als trainer boven of in de groep?
Een moeilijke vraag waar ik zelf ook nog wel eens mee bezig ben. Maar, het antwoord voor mij is boven / naast de groep. En ja, zeker als beginnend trainer moet je daar misschien even aan wennen maar jij mag als trainer echt boven de groep staan. Wel is het voor jouw deelnemers en voor jou als trainer fijn als je kunt afwisselen en af en toe bewust naast de groep kan staan. De groep heeft jou als trainer echt niet altijd als ‘leider’ nodig.
Sterker nog, soms doe ik als trainer juist bewust een stap achteruit en laat het de groep oplossen. Per slot van rekening ben jij er ook niet altijd als je deelnemers met het geleerde aan de slag gaan. Ook dan moeten ze op elkaar kunnen terugvallen. Zo geef ik zelf bijvoorbeeld lang niet altijd direct antwoord als ik een vraag krijg van de deelnemer. Ik speel deze vraag regelmatig door aan de andere deelnemers. Benoem, dat is inderdaad een goede vraag. Wat denken de anderen daar van? Luister zelf als trainer heel goed naar de antwoorden, vat samen en voeg daar zelf nog iets aan toe.
Terug naar het beleefd de mond snoeren.
De groep verwacht van jou als trainer dat jij er voor zorgt dat als het te vaak komt dat een deelnemer oeverloze verhalen houdt dat jij hem de mond snoert.
Dit hoort dus, in mijn ogen, bij jouw taak als trainer. En ja, op het moment dat je dat doet sta je even boven de groep. En dat is helemaal oke!
Maar de hamvraag: Hoe kun je dit beleefd doen?
Kort en bondig
Als je merkt dat je een deelnemer hebt die breedsprakig is kun je bij de start van de opdracht al aangeven; benoem kort en bondig..
Dit scheelt vaak al een hele hoop. En, merk je dat het toch weer een lang verhaal wordt geef dan aan (noem naam deelnemer) kort en bondig he.. met een glimlach. De hint wordt dan vaak wel begrepen.
KISS
Ook werkt KISS vaak. Keep It Short and Simple. Vaak kun je deze ‘theorie’ ook nog wel koppelen aan het leerdoel van de deelnemer voor deze training. Geef het gerust aan aan de deelnemer in kwestie.
Verwijzen naar je leerdoel
En tot slot, een belangrijk punt is; durf te verwijzen naar je leerdoel. Als het goed is heb je altijd scherp met welk leerdoel je een werkvorm (oefening) in zet. Merk je dat het over een ander onderwerp gaat durf dan in te grijpen. Geef een korte samenvatting van wat gezegd is. Geef vervolgens aan een goed punt wat hier besproken wordt, echter we hebben het nu over het bereiken van… en noem leerdoel.
Als jij bij aanvang van je werkvorm (wat ik je ten zeerste aanraad) ook al het leerdoel hebt benoemt zal dit voor herkenning zorgen bij je deelnemers. En als je het dan ook nog eens hier noemt dan zullen je deelnemers het helemaal oké vinden. Eventueel kun je nog aangeven misschien kunnen jullie het er in de pauze nog over hebben. Of, als het ook in het programma staat, we gaan er vanmiddag nog uitgebreid op in.